Curriculum verrijkingsklas (work in progress)
UITDAGEND SIGNALEREN bij peuters en kleuters
Een van de manieren om CSF jongeren te signaleren is door uitdagend materiaal aan te bieden. Daarmee vang je twee vliegen in 1 klap: je zorgt voor differentiatie in de klas en je kan er CSF mee signaleren.
Belangrijk voorwaarde bij signaleren is:
1. Dat je het spreid over de tijd
2. Dat je het spreid over verschillende domeinen
Vooral bij kleuters waar je geen LVS of methodetoetsen hebt, ook geen eindtermen is uitdagend signaleren interessant. Zeker wanneer de leerkrachten veel gebruik maken van hoekenwerk, dan is uitdagend signaleren ook makkelijk te implementeren in de klas.
Zo komen wij tot een voorstel (work in progress) waarbij we 10 methodieken voorstellen (die vaak reeds in de kleuterklas aanwezig zijn) die gespreid over een jaar klasbroed worden aangeboden. Bij elke methodiek schreven we een aantal leerkenmerken bij die mogelijks kunnen opvallen bij kinderen en kunnen wijzen op CSF. De bedoeling is dan wanneer bij bepaalde kinderen gemerkt wordt dat ze bij 6 tot 7 methodieken sterke leerkenmerken te vertonen, dat deze dan naar het einde van de 3e kleuterklas gesignaleerd worden als mogelijks cognitief sterk functionerend.
1. Filosoferen met kleuters (leerkenmerken: abstract denken - concepten/woorden kunnen uitleggen - linken leggen - out of the box denken, moreel kompas)
2. De splitmachine (leerkenmerk: analyserend denken, begrip getalstructuur)
3. Rijmen en dichten met kleuters (leerkenmerken: klankbewustzijn, luistervaardigheid, probleemoplossend denken, woordkennis, concept rijmen begrijpen, veel kunnen memoriseren)
Deze uitdagende signalering methodieken zijn bovendien ook heel goed om executieve vaardigheden te checken.
Bij heel wat uitdagingen kunnen we vooral letten op:
1. Impulscontrole (kunnen ze op hun beurt wachten, hebben ze geduld)
2. Emotieregulatie (kunnen ze om met wanneer iets niet lukt wanneer het uitdagend is)
3. Volgehouden aandacht (kunnen ze zich bij de oefening houden of worden ze afgeleid als het moeilijk wordt - of ontstaat er juist een hyperfocus?)
Tot slot wanneer de kinderen samen moeten werken is tevens de sociale ontwikkeling interessant om te observeren. Hoe gaan kinderen om met andere kinderen. Dat staat los van leerkenmerken en is minder betrouwbaar in het signaleren naar CSF. Maar het is wel belangrijk om mee te nemen wanneer daar opvallende zaken opgemerkt worden om die mee te nemen naar de leernoden. Wanneer emotionele en/of sociale problematieken ontstaan, kan dit wijzen op een asynchrone ontwikkeling, wat ons dan weer wel kan helpen bij het signaleren van CSF.
4. Schaken (leerkenmerken: strategisch denken, probleemoplossend denken, plannen, gevolgen inzien, visueel ruimtelijk inzicht, taalontwikkeling (pion, rokade,...), logisch en abstract denken, creativiteit)
5. Smartgames (leerkenmerken: probleemoplossend denken, ruimtelijk inzicht, logische redeneren, details zien en nauwkeurig werken, visueel ruimtelijk inzicht, laagjesconcept begrijpen, motorische controle, verbanden zien - mechanisme doorzien)
6. Spiegelen (leerkenmerken: details zien, fijne motoriek, probleemoplossend denken, symmetriebegrip)
7. Voorwerpen onthouden (werkgeheugen, focus houden, categoriseren en onthouden, taalontwikkeling)
8. Puzzelen (visueel ruimtelijk inzicht, probleemoplossend vermogen, fijne motoriek, focus en concentratie)
9. Bouwen (met plan) (probleemoplossend denken, ruimtelijk inzicht, plannen en organiseren, creativiteit en verbeeldingskracht, fijne en grove motoriek,
10. Reis rond de wereld (fijne en grove motoriek, probleemoplossend denken,
Maak jouw eigen website met JouwWeb